verzoenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-zoe-nen
1. het tegen je zin accepteren
♢ hij heeft zich ermee verzoend dat hij geen dokter zal worden
2. vrede (laten) sluiten
♢ na jaren ruzie hebben zij zich met elkaar verzoend
Regelmatig werkwoord: ver-zoe-nen
ik verzoen
jij/u verzoent
hij/zij verzoent
wij/zij/jullie verzoenen
ik/jij/u/hij/zij verzoende
wij/zij/jullie verzoenden
hij heeft verzoend
de/het/een verzoende ....
verzoenend, verzoenende
Synoniemen
goedmaken, neerleggen
Gepubliceerd op 14-11-2017
verzoenen
betekenis & definitie