verplaatsen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-plaat-sen
1. een andere plaats geven
♢ heb je de bank alweer verplaatst?
2. zich in zijn toestand inleven
♢ ik kan me goed in hem verplaatsen
Regelmatig werkwoord: ver-plaat-sen
ik verplaats
jij/u verplaatst
hij/zij verplaatst
wij/zij/jullie verplaatsen
ik/jij/u/hij/zij verplaatste
wij/zij/jullie verplaatsten
hij heeft verplaatst
de/het/een verplaatste ....
verplaatsend, verplaatsende
Synoniemen
verleggen
Gepubliceerd op 14-11-2017
verplaatsen
betekenis & definitie