verpieteren

betekenis & definitie

verpieteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ver-pie-te-ren

1. meer en meer in een ellendige toestand raken
♢ doordat ze te weinig worden uitgedaagd, verpieteren de bejaarden in dit huis
2. slap en smakeloos worden door te lang koken
♢ toen ik thuiskwam, was het eten verpieterd

Regelmatig werkwoord: ver-pie-te-ren
ik verpieter
jij/u verpietert
hij/zij verpietert
wij/zij/jullie verpieteren
ik/jij/u/hij/zij verpieterde
wij/zij/jullie verpieterden
hij is verpieterd
de/het/een verpieterde ....
verpieterend, verpieterende

Synoniemen
verkommeren