vasten - regelmatig werkwoord
uitspraak: vas-ten
1. gedurende een bepaalde tijd geen of weinig eten gebruiken
♢ tijdens de Ramadan moet je overdag vasten
Regelmatig werkwoord: vas-ten
ik vast
jij/u vast
hij/zij vast
wij/zij/jullie vasten
ik/jij/u/hij/zij vastte
wij/zij/jullie vastten
hij heeft gevast
vastend, vastende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk