uittekenen

betekenis & definitie

uittekenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-te-ke-nen

1. afbeelden in een tekening
♢ ik heb de situatie precies uitgetekend
1. ik kan het wel uittekenen
[ik ken het door en door]
2. moet ik het soms voor je uittekenen?
[zeg je als iemand iets steeds maar niet wil begrijpen]

Regelmatig werkwoord: uit-te-ke-nen
ik teken uit (... ik uitteken)
jij/u tekent uit (... jij uittekent)
hij/zij tekent uit (... hij uittekent)
wij/zij/jullie tekenen uit (... wij uittekenen)
ik/jij/u/hij/zij tekende uit (... ik uittekende)
wij/zij/jullie tekenden uit (... wij uittekenden)
hij heeft uitgetekend
de/het/een uitgetekende ....
uittekenend, uittekenende