Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

uitpuilen

betekenis & definitie

uitpuilen - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-pui-len

1. bol uitsteken
zijn ogen puilden uit van schrik

Regelmatig werkwoord: uit-pui-len
het puilt uit (... het uitpuilt)
zij puilen uit (... zij uitpuilen)
het puilde uit (... het uitpuilde)
zij puilden uit (... zij uitpuilden)
het heeft uitgepuild
uitpuilend, uitpuilende

< >