Synoniemen zoeken
Synoniem van uitpuilen
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
uitpuilen
uitpuilen - vol zijn van. Het onderwerp is een zaak; het woord kan worden gebruikt met of zonder een voorzetselbepaling: 'de magazijnen puilen uit', 'die mensen puilen uit van vooroordelen', 'de winkels puilen uit'. Stikken van en barsten van, beide informele stijl, hebben een verplicht voorzetsel. Bij vergeven zijn van hoort een bepaling waarin een onaangenaam soort zaken, personen of dieren wordt genoemd: 'het Wenen van de jaren vijftig was vergeven van spionnen'. Geschriften, periodieken of documenten staan bol van leugen, roddel, sensatie of rampen.
Zie: overvloeien van.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
uitpuilen
uitpuilen - regelmatig werkwoord
uitspraak: uit-pui-len
1. bol uitsteken
♢ zijn ogen puilden uit van schrik
Regelmatig werkwoord: uit-pui-len
het puilt uit (... het uitpuilt)
zij puilen uit (... zij uitpuilen)
het puilde uit (... het uitpuilde)
zij puilden uit (... zij uitpuilden)
het heeft uitgepuild
uitpuilend, uitpuilende