Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

uitkijken

betekenis & definitie

uitkijken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: uit-kij-ken

1. je aandacht erbij houden
je moet uitkijken waar je loopt
2. je erop verheugen
♢ ik kijk uit naar de dag dat ik geslaagd ben
3. ernaar op zoek gaan
♢ we kijken uit naar een andere auto
4. het zien als je naar buiten kijkt
♢ onze kamer keek uit op zee
1. op de uitkijk staan
[staan kijken of er iemand aankomt]

Algemene uitdrukkingen:
1. we keken onze ogen uit
[we vonden het prachtig]
2. we zijn erop uitgekeken
[het verveelt ons]
Onregelmatig werkwoord: uit-kij-ken
ik kijk uit (... ik uitkijk)
jij/u kijkt uit (... jij uitkijkt)
hij/zij kijkt uit (... hij uitkijkt)
wij/zij/jullie kijken uit (... wij uitkijken)
ik/jij/u/hij/zij keek uit (... ik uitkeek)
wij/zij/jullie keken uit (... wij uitkeken)
hij heeft uitgekeken
uitkijkend, uitkijkende

Synoniemen
omzien, opletten, oppassen, uitzien