Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

tros

betekenis & definitie

TROS, tros - afkorting, zelfstandig naamwoord

1. Televisie- en Radio-omroepstichting
die presentator werkt al tien jaar bij de TROS

1. stel bloemen of vruchten die met kleine steeltjes aan een hoofdsteel vast zitten
♢ ik heb een heerlijke tros druiven gekocht
2. dik gevlochten touw
♢ als het schip vertrekt, gooien ze de trossen los

Afkorting: TROS

Zelfstandig naamwoord: tros
de tros
de trossen
het trosje

< >