trainen - regelmatig werkwoord
uitspraak: tre-nen
1. oefeningen doen met je lichaam
♢ ze trainde voor de zwemwedstrijden
2. oefeningen laten doen om iemand voor te bereiden op een moeilijke taak
♢ Artsen zonder Grenzen traint mensen in arme landen om zelf zieken te behandelen
Regelmatig werkwoord: tre-nen
ik train
jij/u traint
hij/zij traint
wij/zij/jullie trainen
ik/jij/u/hij/zij trainde
wij/zij/jullie trainden
hij heeft getraind
de/het/een getrainde ....
trainend, trainende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk