trainer - zelfstandig naamwoord
uitspraak: tre-ner
1. iemand die mensen oefent in een bepaalde sport
♢ de trainer bepaalt wie er mee mag spelen
Zelfstandig naamwoord: tre-ner
de trainer
de trainers
het trainertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
trainer
betekenis & definitie