tel - zelfstandig naamwoord
1. korte tijd
♢ als je één tel wacht, dan ga ik mee
1. op je tellen passen
[opletten dat je niet iets verkeerds zegt]
2. in tel zijn
[belangrijk gevonden worden]
3. de tel kwijt zijn
[niet meer weten hoeveel je al geteld hebt]
Zelfstandig naamwoord: tel
de tel
de tellen
Synoniemen
flits, minuut, moment, mum, ogenblik, oogwenk
Gepubliceerd op 14-11-2017
tel
betekenis & definitie