tap - zelfstandig naamwoord
1. stop die je zo kunt draaien dat er vloeistof uit een vat vloeit
♢ uit de tap stroomde heerlijke wijn
2. lage kast met kranen waaruit bier etc. wordt geschonken
♢ we dronken een biertje aan de tap
Zelfstandig naamwoord: tap
de tap
de taps
het tapje
Synoniemen
plug
Gepubliceerd op 14-11-2017
tap
betekenis & definitie