suf - bijvoeglijk naamwoord
1. wie niet goed kan denken en weinig snapt
♢ het was nogal suf van jou om dit zo aan te pakken
2. sloom en slaperig
♢ de gevallen fietser zat suf voor zich uit te kijken
Bijvoeglijk naamwoord: suf
... is suffer dan ...
het sufst
de/het suffe ...
iets sufs
Synoniemen
dom, onnozel, stom, sullig
Tegenstellingen
goochem, intelligent, levendig, pienter, scherpzinnig, schrander, slim, snugger, vernuftig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk