Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

stug

betekenis & definitie

stug - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord

1. wat je bijna niet kunt geloven
dat hij het kanaal is overgezwommen, lijkt mij een stug verhaal
2. moeilijk te bewerken, moeilijk te buigen
♢ dit leer is zó stug, daar krijg je geen naald doorheen
3. onvriendelijk en kortaf
♢ zij gedraagt zich erg stug tegen de vriendin van haar man

1. zonder zich af te laten leiden
♢ Gustaaf werkt stug door
1. het lijkt me stug....
[het lijkt me sterk]

Bijvoeglijk naamwoord: stug
... is stugger dan ...
het stugst
de/het stugge ...
iets stugs

Bijwoord: stug

Synoniemen
bars, nors, sterk

Tegenstellingen
aardig, attent, buigzaam, flexibel, galant, hoffelijk, mild, soepel, vriendelijk