stout

betekenis & definitie

stout - bijvoeglijk naamwoord

1. wie doet wat niet mag
♢ als je stout bent geweest, krijg je niets van Sinterklaas
1. de stoute schoenen aantrekken
[iets doen wat je eigenlijk niet durft]
2. dapper en roekeloos
♢ dit overtreft mijn stoutste dromen!
1. de stoute schoenen aantrekken
[iets doen waarvoor je eerst moed moet verzamelen]
2. een stout stukje
[een dappere daad]

Bijvoeglijk naamwoord: stout
... is stouter dan ...
het stoutst
de/het stoute ...
iets stouts

Synoniemen
ondeugend, ongehoorzaam

Tegenstellingen
braaf, gehoorzaam, lief, zoet