Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

stomp

betekenis & definitie

stomp - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord

1. met afgeronde punt
deze kerk heeft een stompe toren
1. een stompe hoek
[groter dan 90 graden, maar kleinder dan 180 graden]

1. harde duw
♢ hij gaf mij een stomp met zijn elleboog
2. kort dik overblijfsel van een lang ding
♢ er is nog maar een stompje van het potlood over

Bijvoeglijk naamwoord: stomp
... is stomper dan ...
de/het stompe ...
iets stomps

Tegenstellingen
puntig, spits

Zelfstandig naamwoord: stomp
de stomp
de stompen
het stompje

Synoniemen
hort, stoot

< >