Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

stellen

betekenis & definitie

stellen - regelmatig werkwoord
uitspraak: stel-len

1. zeggen dat het zo is
hij stelde dat de zon om de maan draait
2. het of hem plaatsen
♢ je stelt me voor een groot probleem
3. er genoegen mee nemen
♢ je moet het een week zonder mijn hulp stellen
4. bepalen
♢ ze stellen er wel voorwaarden aan
5. het aannemen
♢ stel, dat je morgen weg mag

Algemene uitdrukkingen:
1. ik stel daar belang in
[ik vind het belangrijk]
2. hij stelt een fiets beschikbaar
[hij geeft die fiets]
3. je iets ten doel stellen
[iets willen bereiken]
4. het is slecht met haar gesteld
[het is slecht met haar]
5. ik zal hem op de hoogte stellen
[informeren]
6. we zullen het aan de orde stellen
[erover beginnen te praten]
7. ik stel dat op prijs
[ik waardeer het]
8. de machine buiten werking stellen
[uitzetten]
Regelmatig werkwoord: stel-len
ik stel
jij/u stelt
hij/zij stelt
wij/zij/jullie stellen
ik/jij/u/hij/zij stelde
wij/zij/jullie stelden
hij heeft gesteld
de/het/een gestelde ....

Synoniemen
beweren, claimen, poneren

Tegenstellingen
loochenen, ontkennen, tegenspreken