spurten - regelmatig werkwoord
uitspraak: spur-ten
1. een kort stuk heel hard rennen
♢ de voetballer spurtte op het doel af
Regelmatig werkwoord: spur-ten
ik spurt
jij/u spurt
hij/zij spurt
wij/zij/jullie spurten
ik/jij/u/hij/zij spurtte
wij/zij/jullie spurtten
hij heeft gespurt
de/het/een gespurte ....
spurtend, spurtende
Synoniemen
sprinten
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk