spijbelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: spij-be-len
1. niet naar school gaan als je daar wel zou moeten zijn
♢ mijn vriendje spijbelde: hij ging naar de stad in plaats van naar school
Regelmatig werkwoord: spij-be-len
ik spijbel
jij/u spijbelt
hij/zij spijbelt
wij/zij/jullie spijbelen
ik/jij/u/hij/zij spijbelde
wij/zij/jullie spijbelden
hij heeft gespijbeld
de/het/een gespijbelde ....
spijbelend, spijbelende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk