Wat is de betekenis van spijbelen?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

spijbelen

Het begrip spijbelen heeft 2 verschillende betekenissen: 1) verzuimen op school. opzettelijk en onnodig verzuimen op school. 2) verzuimen bij een activiteit. niet aanwezig zijn bij een activiteit omdat men daar geen zin in heeft; wegblijven; verzuimen.

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

spijbelen

spijbelen - Werkwoord 1. (inerg) ongeoorloofd uit school wegblijven Er wordt veel gespijbeld.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

spijbelen

spijbelen - regelmatig werkwoord uitspraak: spij-be-len 1. niet naar school gaan als je daar wel zou moeten zijn ♢ mijn vriendje spijbelde: hij ging naar de stad in plaats van naar school Regelmatig werkwoord: spij-be-len ...

2024-04-26
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Spijbelen

Wijst op een psychische conflictsituatie, op een verzet tegen onontbeerlijke veranderingen in het dagelijkse leven. Het duidt ook op het onbewuste negeren van een hachelijke situatie, waarin men door eigen schuld of nietsdoen terecht kan komen. Zelfs oude mensen dromen over het spijbelen, wat in dit geval vermoedelijk als een psychische angst voor...

2024-04-26
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Spijbelen

Zie: ➝ Onderwijs 1.3.7.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Spijbelen

v., skoal(le)skûlje, skoaltsjeskûlje, -forkrûpe, skûltsjesette, -meitsje, in biskûltsje, slûperke meitsje, sette, slûkje.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPIJBELEN

(spijbelde, heeft gespijbeld), heimelijk de school verzuimen of van een andere verplichte bijeenkomst wegblijven.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

spijbelen

spijbelde, h. gespijbeld (moedwillig schoolverzuim plegen); zie bink, halster en haag.