sober - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: so-ber
1. niet al te veel, aan de zuinige kant
♢ we kregen karig maal van aardappelen en groente voorgezet
2. afkerig van overdaad
♢ ze hebben geld genoeg, maar ze leven toch heel sober
3. waaruit blijkt dat iemand niet veel geld heeft
♢ de kluizenaar woont in een sobere hut
Bijvoeglijk naamwoord: so-ber
... is soberder dan ...
het soberst
de/het sobere ...
iets sobers
Synoniemen
armetierig, armoedig, karig
Tegenstellingen
barok
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk