snaaien - regelmatig werkwoord
uitspraak: snaai-en
1. stiekem nemen wat niet van jou is
♢ hij wist al snel het geld uit de kas te snaaien
2. snoep eten
♢ Ramona loopt de hele dag te snaaien
Regelmatig werkwoord: snaai-en
ik snaai
jij/u snaait
hij/zij snaait
wij/zij/jullie snaaien
ik/jij/u/hij/zij snaaide
wij/zij/jullie snaaiden
hij heeft gesnaaid
de/het/een gesnaaide ....
snaaiend, snaaiende
Synoniemen
afpikken, bestelen, gappen, inpikken, jatten, pikken, snoepen, stelen, wegnemen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk