smal - bijvoeglijk naamwoord
1. met weinig ruimte van zijkant naar zijkant
♢ de steeg tussen het huis en de schuur is maar smal
1. een smalle beurs hebben
[een klein inkomen]
2. dat is Holland op zijn smalst
[schamper commentaar bij bekrompenheid]
Bijvoeglijk naamwoord: smal
... is smaller dan ...
het smalst
de/het smalle ...
iets smals
Synoniemen
bekrompen, krap, nauw
Tegenstellingen
wijd
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk