Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

smal

betekenis & definitie

smal - bijvoeglijk naamwoord

1. met weinig ruimte van zijkant naar zijkant
♢ de steeg tussen het huis en de schuur is maar smal
1. een smalle beurs hebben
[een klein inkomen]
2. dat is Holland op zijn smalst
[schamper commentaar bij bekrompenheid]

Bijvoeglijk naamwoord: smal
... is smaller dan ...
het smalst
de/het smalle ...
iets smals

Synoniemen
bekrompen, krap, nauw

Tegenstellingen
wijd