senior - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: se-ni-or
1. de oudste van twee naamgenoten
♢ dat is Hendrik senior
2. de meest ervarene
♢ hij is senior adviseur
1. wie hoort bij een oudere generatie
♢ als je vijftig bent, hoor je meestal wel bij de senioren
Bijvoeglijk naamwoord: se-ni-or
Zelfstandig naamwoord: se-ni-or
de senior
de senioren
Synoniemen
oudere
Tegenstellingen
jongere, junior
Gepubliceerd op 30-11-2017
senior
betekenis & definitie