leggen - regelmatig werkwoord
uitspraak: leg-gen
1. zó plaatsen dat het plat ligt
♢ ik leg het boek op tafel
Algemene uitdrukkingen:
1. de kip legt een ei
[maakt een ei]
2. waar leg je de nadruk op?
[wat krijgt de nadruk?]
3. ik leg hem niets in de weg
[ik hinder hem niet]
Regelmatig werkwoord: leg-gen
ik leg
jij/u legt
hij/zij legt
wij/zij/jullie leggen
ik/jij/u/hij/zij legde
wij/zij/jullie legden
hij heeft gelegd
de/het/een gelegde ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk