schoft - zelfstandig naamwoord
1. iemand die slechte dingen doet
♢ die moordenaar is een echte schoft
2. hoogste deel van de rug van een paard of rund
♢ ik klopte het paard op zijn schoft
Zelfstandig naamwoord: schoft
de schoft
de schoften
het schoftje
Synoniemen
bandiet, boef, crimineel, ellendeling, schobbejak, schooier, schurk
Gepubliceerd op 14-11-2017
schoft
betekenis & definitie