scheeftrekken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: scheef-trek-ken
1. zodanig trekken dat iets scheef komt te liggen
♢ je moet het tafelkleed niet scheeftrekken!
2. uit de normale verhouding brengen
♢ deze uitzonderlijke gegevens zullen de resultaten scheeftrekken
Onregelmatig werkwoord: scheef-trek-ken
ik trek scheef (... ik scheeftrek)
jij/u trekt scheef (... jij scheeftrekt)
hij/zij trekt scheef (... hij scheeftrekt)
wij/zij/jullie trekken scheef (... wij scheeftrekken)
ik/jij/u/hij/zij trok scheef (... ik scheeftrok)
wij/zij/jullie trokken scheef (... wij scheeftrokken)
hij heeft scheefgetrokken
de/het/een scheefgetrokken ....
scheeftrekkend, scheeftrekkende
Gepubliceerd op 14-11-2017
scheeftrekken
betekenis & definitie