Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

rusten

betekenis & definitie

rusten - regelmatig werkwoord
uitspraak: rus-ten

1. erop liggen
haar hand rustte op mijn schouder
1. er rust geen zegen op
[dit zeg je als het steeds mis gaat]
2. niets doen of leuke dingen doen tot je niet meer moe bent
♢ je bent zo druk geweest, nu moet je even rusten

Algemene uitdrukkingen:
1. het laten rusten
[er niet meer over praten]
Regelmatig werkwoord: rus-ten
ik rust
jij/u rust
hij/zij rust
wij/zij/jullie rusten
ik/jij/u/hij/zij rustte
wij/zij/jullie rustten
hij heeft gerust
rustend, rustende

Synoniemen
uitblazen, uitrusten