runnen - regelmatig werkwoord
uitspraak: run-nen
1. zo gebruiken dat het winst oplevert
♢ zo'n bedrijf kun je natuurlijk nooit in je eentje runnen
Regelmatig werkwoord: run-nen
ik run
jij/u runt
hij/zij runt
wij/zij/jullie runnen
ik/jij/u/hij/zij runde
wij/zij/jullie runden
hij heeft gerund
Synoniemen
exploiteren
Gepubliceerd op 14-11-2017
runnen
betekenis & definitie