rouw - zelfstandig naamwoord
1. verdriet om iemand die dood is
♢ die mensen zijn in de rouw vanwege de dood van hun zoon
1. je nagels zijn in de rouw
[ze hebben een zwarte rand]
2. ergens niet rouwig om zijn
[het niet erg vinden, er niet om treuren]
Zelfstandig naamwoord: rouw
de rouw
Gepubliceerd op 14-11-2017
rouw
betekenis & definitie