resteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: res-te-ren
1. niet gebruikt zijn, niet voorbij zijn
♢ nu resteren ons nog drie dagen, dan is de vakantie om
Regelmatig werkwoord: res-te-ren
het resteert
zij resteren
het resteerde
zij resteerden
het heeft geresteerd
resterend, resterende
Synoniemen
overblijven, resten
Gepubliceerd op 14-11-2017
resteren
betekenis & definitie