reizen - regelmatig werkwoord
uitspraak: rei-zen
1. een tocht maken van de ene plaats naar de andere
♢ Jan reist naar Istanboel
Regelmatig werkwoord: rei-zen
ik reis
jij/u reist
hij/zij reist
wij/zij/jullie reizen
ik/jij/u/hij/zij reisde
wij/zij/jullie reisden
hij heeft gereisd
de/het/een gereisde ....
reizend, reizende
Synoniemen
toeren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk