Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

ravotten

betekenis & definitie

ravotten - regelmatig werkwoord
uitspraak: ra-vot-ten

1. voor de grap met elkaar vechten
die vader is altijd aan het ravotten met zijn zoontjes

Regelmatig werkwoord: ra-vot-ten
ik ravot
jij/u ravot
hij/zij ravot
wij/zij/jullie ravotten
ik/jij/u/hij/zij ravotte
wij/zij/jullie ravotten
hij heeft geravot
ravottend, ravottende

Synoniemen
stoeien

< >