Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

plak

betekenis & definitie

plak - zelfstandig naamwoord

1. korte stok waarmee de meester vroeger de kinderen sloeg
♢ als je stout was, kreeg je met de plak
1. onder de plak zitten
[niets te vertellen hebben]
2. een dunne schijf
♢ ik kreeg een plakje worst van de slager
1. een plak winnen
[een medaille winnen]
3. kleverige aanslag op tanden en kiezen
♢ als er veel plak op je tanden zit, ontstaan er gaatjes

Zelfstandig naamwoord: plak
de plak
de plakken
het plakje