vroeger - bijvoeglijk naamwoord, bijwoord
uitspraak: vroe-ger
1. voor de tijd van nu
♢ mijn opa vertelt graag van vroeger
1. in voorbije tijden
♢ vroeger heeft mijn vader nog gevoetbald
Bijvoeglijk naamwoord: vroe-ger
de/het vroegere ...
Synoniemen
eerder, tevoren, voordien, voorheen, weleer
Tegenstellingen
tegenwoordig
Bijwoord: vroe-ger
Synoniemen
eertijds
Gepubliceerd op 30-11-2017
vroeger
betekenis & definitie