peddelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ped-de-len
1. rijden op een fiets
♢ we peddelden heel gezellig naar Vinkeveen
2. een kleine boot voortbewegen met een peddel
♢ de man peddelde met zijn schuitje naar de overkant van de sloot
Regelmatig werkwoord: ped-de-len
ik peddel
jij/u peddelt
hij/zij peddelt
wij/zij/jullie peddelen
ik/jij/u/hij/zij peddelde
wij/zij/jullie peddelden
hij heeft gepeddeld
peddelend, peddelende
Synoniemen
biken, fietsen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk