peddelen
peddelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ped-de-len 1. rijden op een fiets ♢ we peddelden heel gezellig naar Vinkeveen 2. een kleine boot voortbewegen met een peddel ♢ de man peddelde met zijn...
Nederlands woordenboek voor onderwijs
peddelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ped-de-len 1. rijden op een fiets ♢ we peddelden heel gezellig naar Vinkeveen 2. een kleine boot voortbewegen met een peddel ♢ de man peddelde met zijn...
Jargon & Slang van Wielrenners
Peddelen - in een rustig tempo fietsen. Van Eng. to pedal.
Geschreven door Fons Leroy en Wim van Rooy
peddelen: rustig rijden, langzaam rijden. Met een renner die 'meepeddelt' bedoelt men een coureur die zich meestal achteraan in het peloton bevindt en meedrijft door zich met een kleine versnelling en een hoge pedaaltred door de slipstream te laten meezuigen.
Geschreven door Marc De Coster
In een rustig tempo fietsen. Frans: pédaler. Het pijnlijke was dat de televisiekijkers in Vlaanderen na het Belgisch kampioenschap naar de NOS zapten en daar Boogerd en Breukink hand in hand over de finish zagen peddelen. (Trouw, 12/07/1997)
Wielersportwoordenboek door Jan Luitzen ©
(peddelde; h. en is gepeddeld) 1 (onov ww) - (in een rustig tempo) fietsen: we zijn naar Amsterdam gepeddeld. 2 (ov ww) - fietsend afleggen Herkomsts: van Eng. to pedal (peddelen, fietsen, trappen)
Nederlands woordenboek (7e druk)
(peddelde, heeft en is gepeddeld), (<Eng.), fietsen: we zijn naar Wassenaar gepeddeld.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Peddelen - (peddelde, heeft gepeddeld), (sport) pagaaien; fietsen.
Gerelateerde zoekopdrachten