Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 30-11-2017

overweg

betekenis & definitie

overweg - bijwoord, zelfstandig naamwoord
uitspraak: o-ver-weg

1. ermee om kunnen gaan
ik kan niet met hem overweg

1. plaats waar weg en spoorbaan elkaar kruisen
♢ op de overweg kwam de trein in botsing met een auto
1. een bewaakte overweg
[met spoorbomen]

Bijwoord: o-ver-weg

Zelfstandig naamwoord: o-ver-weg
de overweg
de overwegen

Synoniemen
spoorwegovergang

< >