overwegen

betekenis & definitie

overwegen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: o-ver-we-gen

1. voor- en nadelen afwegen
♢ ik heb het voorstel overwogen
1. Phoebe overweegt naar het feest te komen
[ze denkt erover]

Onregelmatig werkwoord: o-ver-we-gen
ik overweeg
jij/u overweegt
hij/zij overweegt
wij/zij/jullie overwegen
ik/jij/u/hij/zij overwoog
wij/zij/jullie overwogen
hij heeft overwogen
de/het/een overwogen ....
overwegend, overwegende

Synoniemen
wikken