overleg - zelfstandig naamwoord
uitspraak: o-ver-leg
1. het praten erover
♢ er was een overleg over dat probleem
2. met gebruik van je verstand
♢ dat moet je met overleg doen
1. in overleg met de ouders ....
[nadat we er met de ouders over gepraat hadden]
2. we plegen overleg
[we praten met elkaar]
Zelfstandig naamwoord: o-ver-leg
het overleg
de overleggen
het overlegje
Synoniemen
beraadslaging
Gepubliceerd op 14-11-2017
overleg
betekenis & definitie