Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

opwassen

betekenis & definitie

opwassen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-was-sen

1. met een doek van de grond opnemen
zij heeft het water opgewassen met een handdoek
2. door wassen opmaken
♢ het waspoeder is inmiddels helemaal opgewassen
3. in de hoogte groeien
♢ we zorgen goed voor het welig opwassende boompje
1. daar is Daisy niet tegen opgewassen
[dat kan ze niet aan]

Regelmatig werkwoord: op-was-sen
ik was op (... ik opwas)
jij/u wast op (... jij opwast)
hij/zij wast op (... hij opwast)
wij/zij/jullie wassen op (... wij opwassen)
ik/jij/u/hij/zij waste op (... ik opwaste)
wij/zij/jullie wasten op (... wij opwasten)
hij is/heeft opgewassen
de/het/een opgewassen ....
opwassend, opwassende

< >