Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

opruimen

betekenis & definitie

opruimen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-rui-men

1. het ergens zetten of leggen waar het niet in de weg ligt
♢ heb jij mijn papieren opgeruimd?
2. in de uitverkoop verkopen
♢ na de zomer ruimen ze de strandkleding weer op
3. ergens de rommel uit weghalen, zorgen dat het netjes is
♢ Nicky moet zelf altijd haar kamer opruimen
1. opgeruimd staat netjes
[uitdrukking voor als je klaar bent met opruimen of als je blij bent dat iemand weg is]

Regelmatig werkwoord: op-rui-men
ik ruim op (... ik opruim)
jij/u ruimt op (... jij opruimt)
hij/zij ruimt op (... hij opruimt)
wij/zij/jullie ruimen op (... wij opruimen)
ik/jij/u/hij/zij ruimde op (... ik opruimde)
wij/zij/jullie ruimden op (... wij opruimden)
hij heeft opgeruimd
de/het/een opgeruimde ....

Synoniemen
opbergen, uitmesten