opperen - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-pe-ren
1. als plan voorleggen
♢ Koert opperde het plan om naar de bioscoop te gaan
Regelmatig werkwoord: op-pe-ren
ik opper
jij/u oppert
hij/zij oppert
wij/zij/jullie opperen
ik/jij/u/hij/zij opperde
wij/zij/jullie opperden
hij heeft geopperd
de/het/een geopperde ....
opperend, opperende
Synoniemen
opwerpen, voorstellen
Gepubliceerd op 14-11-2017
opperen
betekenis & definitie