Werkwoorden vervoegen
opperen
Tegenwoordige tijd opperen
Ik opper
Jij oppert
opper
U oppert
Hij/Zij/Het oppert
Wij opperen
Jullie opperen
Zij opperen
Verleden tijd van opperen
Ik opperde
Jij/U opperde
Hij/Zij/Het opperde
Wij opperden
Jullie opperden
Zij opperden
Voltooid deelwoord van opperen
geopperd
Tegenwoordig deelwoord van opperen
opperend