Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

voorstellen

betekenis & definitie

voorstellen - regelmatig werkwoord
uitspraak: voor-stel-len

1. het erop laten lijken
♢ in dat toneelstuk stelt hij de koning voor
1. dat stelt niets voor
[dat is niets, waardeloos]
2. als plan voorleggen
♢ zij stelde voor te gaan lopen
3. vertellen wie ze zijn of hoe ze heten
♢ ik zal mijn vrienden aan u voorstellen
4. je er een idee van vormen
♢ hij stelt zich de toekomst nogal somber voor
1. ze had zich er meer van voorgesteld
[had er meer van verwacht]
2. stel je voor!
[verontwaardigde uitroep]
3. stel je voor dat ....
[denk je eens in dat]
4. stel dat je heel rijk was
[stel je voor dat dat zo was]
5. iets te rooskleurig voorstellen
[te mooi]
6. wat moet dat voorstellen?
[wat heeft dat te betekenen?]
5. iets voorstellen alsof
♢ het zo vertellen dat het net lijkt alsof

Regelmatig werkwoord: voor-stel-len
ik stel voor (... ik voorstel)
jij/u stelt voor (... jij voorstelt)
hij/zij stelt voor (... hij voorstelt)
wij/zij/jullie stellen voor (... wij voorstellen)
ik/jij/u/hij/zij stelde voor (... ik voorstelde)
wij/zij/jullie stelden voor (... wij voorstelden)
hij heeft voorgesteld
de/het/een voorgestelde ....
voorstellend, voorstellende

Synoniemen
opperen, opwerpen, verbeelden



Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.