Wat is de betekenis van opperen?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

opperen

(16e eeuw) (zeem.) beschutting zoeken tegen de wind door naar de opperwal te varen. Vandaar ook: het schip naar de wal sturen en op het strand laten. • Opperen betekent letterlijk: in de hoogte brengen, iets ergens bovenop brengen. Een opper is: een stapel opgetast hooi dus een hooischelf of hooimijt. Figuurlijk is opperen: te berde brengen, g...

2024-03-29
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

opperen

Hulpverlening aan een metselaar door een opperman, in het bijz. het aandragen van stenen en mortel.

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opperen

opperen - regelmatig werkwoord uitspraak: op-pe-ren 1. als plan voorleggen ♢ Koert opperde het plan om naar de bioscoop te gaan Regelmatig werkwoord: op-pe-ren ik opper jij/u oppert...

2024-03-29
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Opperen

(bloembollent.) Het land, dat door verschillende werkzaamheden als rooien van bollen, verwijderen van zieke plekken, delven enz. ongelijk ligt, gelijk maken (egaliseren) bij moeilijk waterdoorlatende gronden iets hellend in de richting van de waterafvoer.

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opperen

v., opperje; (oppers maken), op(p)erje, opersette.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opperen

I. OPPEREN (opperde, heeft geopperd), (het hooi) aan oppers zetten. II. OPPEREN (opperde, heeft geopperd), 1. schuilen tegen de wind : we moeten opperen; 2. beschutten tegen de wind: die bovenwal oppert een beetje. III. OPPEREN (opperde, heeft geopperd), in het midden, te berde brengen, aanvoeren: bezwaren, twijfel opperen...

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opperen

I. opperde, h. geopperd (aandragen van stenen, kalk enz. bij ‘t metselen), hij is nu aan ‘t opperen, werkt als opperman. II. opperde, h. geopperd (1 het hooi aan oppers of roken zetten; 2 voor de dag brengen, te berde brengen, spreken over iets, in ‘t midden brengen): 1. opperen komt in deze bet. vooral in Zuid-Nederl. voor; 2....

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opperen

('oppərən) (opperde, heeft geopperd) 1. aan oppers zetten: hooi -. 2. [op het tapijt, te berde brengen] ter sprake brengen: denkbeelden, gissingen, plannen, vragen -; bedenkingen, bezwaren -. Syn. ➝ inbrengen. 3. als opperman werkzaam zijn.