Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

opmaken

betekenis & definitie

opmaken - regelmatig werkwoord
uitspraak: op-ma-ken

1. het begrijpen uit iets anders
♢ uit zijn woorden maakte ik op dat hij moe was
2. alles ervan gebruiken
♢ ik heb al mijn geld opgemaakt
3. het in orde maken, netjes maken
♢ heb je je bed opgemaakt?
1. proces-verbaal opmaken
[opschrijven wat er precies gebeurd is]
4. make-up op je gezicht doen
♢ zij maakt zich zorgvuldig op als ze uitgaat
5. je er klaar voor maken
♢ hij maakte zich op om te gaan vechten

Regelmatig werkwoord: op-ma-ken
ik maak op (... ik opmaak)
jij/u maakt op (... jij opmaakt)
hij/zij maakt op (... hij opmaakt)
wij/zij/jullie maken op (... wij opmaken)
ik/jij/u/hij/zij maakte op (... ik opmaakte)
wij/zij/jullie maakten op (... wij opmaakten)
hij heeft opgemaakt
de/het/een opgemaakte ....
opmakend, opmakende

Synoniemen
verteren