opgelegd - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: op-ge-legd
1. voorzien van een laagje
♢ het hout van dat kastje is opgelegd
2. niet natuurlijk, niet gemeend
♢ ik voel bij hem een opgelegde vriendelijkheid
Algemene uitdrukkingen:
1. een opgelegde kans
[die je niet mag missen]
2. dat is opgelegd pandoer
[dat spel is zeker te winnen]
3. dat is opgelegd pandoer
[doorgestoken kaart]
Bijvoeglijk naamwoord: op-ge-legd
de/het opgelegde ...
iets opgelegds
Synoniemen
onecht
Tegenstellingen
echt
Gepubliceerd op 14-11-2017
opgelegd
betekenis & definitie