oorsprong - zelfstandig naamwoord
uitspraak: oor-sprong
1. het punt waar iets begint
♢ op deze berg is de oorsprong van de rivier
1. van oorsprong (bijvoorbeeld) Nederlander zijn
[geboren zijn als Nederlander]
2. het punt waar de x-as en de y-as van een grafiek beginnen
♢ deze lijngrafiek begint in de oorsprong, maar raakt verder nergens de x-as meer
Zelfstandig naamwoord: oor-sprong
de oorsprong
Synoniemen
bron
Gepubliceerd op 14-11-2017
oorsprong
betekenis & definitie